Vliesofix is eigenlijk niets anders dan een dun lijmvlies dat op een papieren ondergrond zit. Met deze lijmlaag kunt u uw applicatie zonder inslag vastplakken.
Deze methode is geschikt voor alle kleuren ondergrond, van licht tot donker.
Doordat u de strijkbout gebruikt, moet de stof wel bestand zijn tegen hitte.
U knipt eerst een stukje vliesofix af op de maat die u nodig heeft.
De rest vouwt u weer netjes op en doet u terug in het zakje.
Door veelvuldig vastpakken, buigen en vouwen kan de lijmlaag namelijk makkelijk loslaten van het papier. Dan wordt de vliesofix onbruikbaar.
Nu tekent u uw patroon op de papierkant van de vliesofix.
Let er op dat de uiteindelijke afbeelding het spiegelbeeld is van het getekende patroon.
Voor het overtrekken van uw patroon kunt u een lichtbak of het raam gebruiken.
Teken de stukjes die van eenzelfde stof gemaakt moeten worden bij elkaar. Rondom ongeveer een randje van 5-10 mm aanhouden.
Nu strijkt u de stukjes vliesofix - die voorzien zijn van de patroondelen - met de lijmkant op de achterkant van de door u gekozen stoffen.
Vervolgens knipt u uw patroondelen netjes over het lijntje uit.
Als u alles heeft uitgeknipt, kunt u het papier verwijderen.
Op de afbeelding rechts is van de gele stof het papier al verwijderd, bij de rode stof moet dit nog gebeuren.
U heeft nu patroondelen van stof, die zijn voorzien van een lijmlaag aan de achterkant.
Deze patroondeeltjes legt u - met de lijmlaag naar beneden - op de goede kant van uw ondergrondstof.
Nu kunt u deze volgens de gebruiksaanwijzing (hitte 2-3 sterren, 10-12 seconden aandrukken, strijkbout niet heen en weer schuiven) vastplakken op uw ondergrondstof.
Vlak laten afkoelen.
Als laatste zet u alle patroondeeltjes vast met een festonsteek.
Het beste kunt u hierbij katoenen garen gebruiken.
Mochten er dan tijdens het vastzetten patroondeeltjes losraken, dan kunt u ze weer vaststrijken zonder dat uw draad smelt.
Veel succes!