De eenvoudigste techniek voor het maken van patchwork is het zogenaamde 'log cabin'.
Dit is een techniek waarbij de patronen op een ondergrond getekend en vastgenaaid worden. Er kan met de hand of met de naaimachine worden gewerkt.
Het patroon ontstaat door contrastverschil in beide helften van het blokje.
Als u alle blokken klaar heeft, kunt u deze samenvoegen tot een quilt.
Als ondergrond kunt u diverse materialen gebruiken. Alle materialen hebben uiteraard voor- en nadelen.
Papier, met papier is het tekenen heel eenvoudig, de patronen kunnen zelfs met de printer worden overgebracht, dat gaat lekker snel. Nadeel van deze methode is, dat het papier weer verwijderd moet worden, dit is veel werk. Bij het verwijderen gaan soms naden weer los en het patchwork heeft neiging te vervormen.
Luierinlegvelletjes hoeven als het werk klaar is niet meer verwijderd te worden, maar zijn nauwelijks nog te koop en eigenlijk te elastisch om goed passend werk te maken.
Stof, b.v. gewone ongebleekte katoen. Dit materiaal kan gewoon blijven zitten, maar het patchwork wordt veel dikker, omdat er twee lagen stof worden gebruikt.
Theezakjespapier. Dit is mijn favoriete materiaal, heel dun, waardoor het patchwork mooi soepel blijft. Goed doorzichtig, zodat het overtekenen van de patronen eenvoudig is. Wasbaar. Verkrijgbaar bij quiltwinkels.
Bij het overbrengen van het patroon moet u er rekening mee houden dat het materiaal waarmee u tekent wasbaar is. Allerlei fijnschrijvers en balpennen zijn dat zeker niet, die geven na het wassen vlekken in uw quilt.
Voor het tekenen kunt u een gewoon grijs potlood met een scherpe punt of een vulpotlood gebruiken. Potloodlijnen hebben echter de neiging te vervagen tijdens het werken. Bij werk met veel stukjes is een zwarte Pigma Micron 01 pen dan beter geschikt. Dit is een heel dunne fijnschrijver, die bedoeld is om op textiel te schrijven/tekenen. Deze pen is verkrijgbaar bij quiltwinkels en de beter geoutilleerde schilder/handenarbeid winkels.
Allereerst tekent u het patroon op uw ondergrond. U brengt alle lijnen en alle nummers over. Staan er ook kleuren aangegeven in de vakjes, schrijft u deze er dan ook in.
De leesbare kant van de ondergrond wordt de achterkant van uw patchwork.
De goede kant wordt die kant waar de letters/cijfers in spiegelbeeld staan.
Het uiteindelijke resultaat wordt bij deze techniek (paperpiecing) altijd het spiegelbeeld van het oorspronkelijke patroon.
De stukjes stof die u gebruikt zijn rondom altijd 6-10 mm groter dan het afgewerkte stukje. Dan kunt u rafelvrij werken. Bent u een beginner, neemt u dan rustig rondom 10 mm meer. Dit betekent, dat als het middelste vierkantje 2x2 cm is u een stukje stof gebruikt van 4x4 cm. Voor het laatste strookje van 2x10 cm gebruikt u een stukje stof van 4x12 cm.
Stap 1 - U legt uw ondergrond met de leesbare kant naar beneden. Op vakje 1 legt u het eerste lapje, met de goede kant naar boven. |
Stap 2 - U legt het tweede lapje met de goede kant naar beneden op het eerste lapje. |
Stap 3 - Speld beide lapjes vast op de ondergrond. De punten van de spelden wijzen in de richting van de naad die u gaat naaien (de lijn tussen vakje 1 en vakje 2). |
Stap 4 - Naai het naadje tussen vakje 1 en vakje 2. U stikt precies over het lijntje aan de leesbare kant van uw ondergrond. De stiklijn is aan weerszijden 3 mm langer dan de getekende lijn. |
Stap 5 - Kras de naad met uw nagel tussen lapje 1 en lapje 2. Beide vakjes zijn nu helemaal bedekt. |
Stap 6 - Leg nu lapje drie over de zojuist genaaide lapjes. Ook dit speld u weer met de spelden in de richting van de te naaien naad. |
Stap 7 - U naait weer aan de leesbare kant precies over het lijntje (begin en eindig met 3 mm extra). Vervolgens lapje 3 opzij krassen. | Stap 8 - Lapje 4 op dezelfde manier verwerken als lapje 3. Neerleggen, spelden, vastnaaien aan de leesbare kant. |
Stap 9 - En het resultaat na het opzij krassen van lapje 4. | Stap 10 - Nu is lapje 5 aan de beurt. Neerleggen, vastspelden en aan de leesbare kant vastnaaien. |
Stap 11 - Het resultaat na het opzij krassen van lapje 5. | Als u alle strookjes van een blokje heeft vastgenaaid, werkt u het blokje af door rondom een naadtoeslag van 6 mm te laten zitten en de rest er af te knippen. Heeft u alle blokjes klaar, dan kunt u deze blokjes samenvoegen tot een quilt. |